900 jaar Raalte; de busramp in 1924

zaterdag 03 maart

 

In 900 jaar Raalte is veel gebeurd. Hoogtepunten maar ook dieptepunten. In dit verhaal aandacht voor een dieptepunt; de verschrikkelijke busramp in 1924 waarbij zeven passagiers levend verbrandden.  Raalte Royaal werd toen op 30 augustus gevierd, de verjaardag van koningin Wilhelmina.

 

Plezierrit tijdens Oranjefeesten eindigde in 1924 in drama

Een plezierritje met een bus, destijds een bijzondere attractie, eindigde in de nacht van dinsdag 26 op woensdag 27 augustus 1924, in een drama. Zeven inwoners van Raalte, Heino, Diepenveen en Wijhe verbrandden levend in de bus op de weg tussen Heino en Raalte op ongeveer de plek waar nu restaurant Het Buitenhuys (voorheen Jan Steen) te vinden is.

Tijdens de Raalter Oranjefeesten, destijds ter gelegenheid van de verjaardag van koningin Wilhelmina eind augustus, organiseerde de firma Doevelaar plezierritjes met een autobus. Daarvoor werd 10 cent per passagier gevraagd. De busritten gingen van Raalte naar Heino. Daar reed de bus een keer rond de Hervormde Kerk om weer terug te keren naar Raalte. Autobussen waren nieuw, zeker in Salland, en veel mensen maakten gebruik van de mogelijkheid om dat eens mee te maken. De firma Doevelaar had de autobus nog maar net in gebruik genomen. Gerrit Jan Brouwer, familie van de Doevelaars, bracht in Raalte passagiers bijeen die de feestelijke ritjes wel wilden meemaken. Dat deed hij ook voor de laatste avondrit van 26 augustus. Zelf reed hij ook mee samen met zijn 15-jarige zoon Antonie. Bestuurder van de bus was Jan Doevelaar met zijn broer Herman als bijrijder.

’s Nachts omstreeks half een begon de terugreis vanuit Heino. Toen bleek dat één van de lantaarns (waarschijnlijk carbidlampen) aan de voorkant niet brandde zette Jan Doevelaar de bus aan de kant van de weg. Snel daarna sloeg een steekvlam omhoog in het voorste gedeelte van de bus. De brand die ontstond breidde zich razendsnel uit naar het achterste deel. Gerrit Jan Brouwer sprong direct uit het zijportier aan de voorzijde. Chauffeur Jan Doevelaar en zijn broer wisten zich ternauwernood uit de vuurzee te redden door een ruit tegenover het zijportier kapot te slaan. Jan Doevelaar werd daarbij ernstig gewond aan zijn handen en kon zijn in brand geraakte kleding doven door in een slootje te springen. Een passagier uit Wijhe had eveneens de tegenwoordigheid van geest om een ruit in te slaan en wist zo aan het vuur te ontkomen. Veel andere passagiers konden echter geen kant op omdat de deuren aan de achterzijde van de bus gesloten waren.

Zeven jongeren uit Heino die op de fiets van het Oranjefeest in Raalte op weg waren naar huis zagen de ramp gebeuren. Eén van hen, Anton Harskamp, vertelde in de toenmalige Zwolsche Courant wat er gebeurde: “Wij sprongen van de fiets en uit nieuwsgierigheid lichtten we, nog in feeststemming, eens met onze lantaarns van achteren naar binnen om te zien wie er zoal in zaten. We stonden nog zo’n beetje te schertsen toen plotseling een helle vlam voor in de auto bij de chauffeur opsteeg en zich bliksemsnel naar achteren verplaatste. Ik riep: ‘Jongens, grijp toe.’ We gooiden de fietsen aan de kant en we deden wat we konden. Maar wat we ook probeerden, de achterdeur was met geen mogelijkheid open te krijgen. Die zat op slot en de chauffeur had de sleutel. Doevelaar stond echter zelf ook in brand, zodat daar geen heil te verwachten was. De meisjes en de jongens in de autobus drongen allen naar achteren zodat het een geweldig gedrang en geschreeuw was. En het was een grote vuurzee. Met grote moeite is het ons tenslotte nog gelukt een zestal inzittenden door het achterraampje naar buiten te trekken.”

In vijf minuten had zich het drama afgespeeld. Pas later werden de gruwelijke gevolgen zichtbaar. Zeven passagiers kwamen in de vuurzee om het leven onder wie de 15-jarige Antonie Brouwer, de zoon van de organisator. Zeven andere passagiers liepen ‒ deels ernstige ‒ brandwonden op. Zo kwam er een triest einde aan de Oranjefeesten 1924 in Raalte.

Eén van de slachtoffers werd later in Wesepe begraven, de anderen in een gemeenschappelijk graf op de algemene begraafplaats van Raalte. Hier werd op 27 mei 1925 een eenvoudig gedenkteken onthuld ter nagedachtenis en om het tragische busongeluk in de herinnering te laten voortleven.

De ramp veroorzaakte in het hele land veel opschudding. Koningin Wilhelmina schreef zelfs een brief aan de Raalter burgemeester W.A.P. Kerssemakers om haar deelneming te betuigen. Politie en marechaussee stelden een onderzoek in naar de oorzaak is nooit precies achterhaald. Kortsluiting is een mogelijkheid. Ook is gesuggereerd dat de brand ontstond bij het bijvullen van benzine of tijdens het bijlichten om te zien of er genoeg brandstof in de tank aanwezig was. Die tank zat op een gevaarlijke plek: naast de stoel van de bestuurder. Duidelijk werd dat er minder slachtoffers zouden zijn gevallen als de deuren van de achteruitgang niet op slot hadden gezeten.

In landelijke dagbladen en tijdschriften verschenen veel kritische artikelen over de veiligheidsvoorschriften voor de bouw en constructie van autobussen. Het ongeluk leidde uiteindelijk tot verscherping van de veiligheidsvoorschriften.

(Herschreven voor 900 jaar Raalte naar een verhaal van Geert Hannink)

900 jaar Raalte; de busramp in 1924
Monument van het busongeluk bij de begraafplaats aan de Westdorplaan. Dit monument is verplaatst. Het stond eerst aan de oude begraafplaats aan het marktplein. Bron foto: Raalte Clopedie

Regiegroep

Een groep enthousiastelingen zocht elkaar op. De burgemeester werd betrokken en tadaa: de Regiegroep ontstond. Inmiddels zijn we een stichting. We voeren regie, maken een grote jaarkalender, helpen met vergunningen, zichtbaarheid en ondersteuning en delen volop enthousiasme.

Neem contact op

Socials

Op de sociale kanalen laten we zien wat er gebeurt in de aanloop naar 2023. Volg ons en deel met ons.